Nancy Haelterman is al 16 jaar buschauffeur bij Sylvae
“Ik werk ondertussen al 16 jaar voor Sylvae. Ik zit enorm graag achter het stuur. Schoolkinderen vervoeren? ’s Nachts rijden in Brussel? Met de belbus onderweg zijn? Ik doe het allemaal even graag. Ik hou van die afwisseling. Elke nieuwe buslijn heb ik hier mee helpen opstarten.
Mijn papa was vrachtwagenchauffeur, maar in het weekend reed hij hier soms ook met de bussen. Ik mocht toen mee, dikwijls naar een pretpark of een andere toeristische bestemming. En eigenlijk wist ik toen al: dat wil ik later ook doen.
Mijn moeder vond dat geen beroep voor een vrouw, maar na een omweg – 19 jaar in de fabriek van Pioneer – kwam ik toch achter het stuur terecht. En daar heb ik nog geen minuut spijt van gehad.”
‘Ze is gevallen!’
“Ik heb al heel wat meegemaakt op mijn bus. Een paar jaar geleden stapte een jonge vrouw op, met een lange jas aan, hevig zwetend. Het was een maandag, en ik dacht: die is dit weekend zwaar uitgeweest.
Ze stapte achteraan op, leunde met haar hoofd tegen een raampje. Toen we bij de volgende halte stopten, begon de vrouw ineens te gillen. ‘Ze is gevallen!’, riep één van de andere passagiers. Ik begreep het niet, ik reed toch heel rustig? Maar ik had het verkeerd begrepen: die vrouw was aan het bevállen in mijn bus!
Ik liep naar haar toe: ‘Knijp in mijn hand!’. Ik zag het hoofdje van dat kindje al. We belden de hulpdiensten, maar het was te laat om die vrouw nog naar het ziekenhuis te brengen. De baby werd geboren in mijn bus: Elisabeth, een meisje. Moeder en dochter hebben van De Lijn een abonnement voor het leven gekregen.”
Germaine op de bus helpen
“Buschauffeur zijn is plezant. Ja, dat vind ik ook als ik in de file sta. Na al die jaren in een fabrieksomgeving zonder daglicht geniet ik van eenvoudige dingen als bomen, vogels, een mooie zonsopgang.
En ik praat ook graag met iedereen op de bus. Het mag maanden geleden zijn dat ik met iemand heb gepraat: zodra die opstapt, herken ik die nog. Ik onthoud heel goed gezichten.
Vandaag rijd ik met de belbus, en dan sta je nog dichter bij je klanten. Ik weet: straks stapt Germaineke op, en die zal ik de bus op moeten helpen – ze is slecht ter been. En Jeanine moet sowieso naar de markt. Het zijn altijd dezelfde mensen, altijd met dezelfde halte.
Ik ben al mijn hele leven graag onderweg. Vroeger speelde ik met veel plezier taxi voor mijn kinderen. De baan op naar de zee, naar pretparken… en binnenkort rijd ik met mijn zes kleindochters naar Pairi Daiza. Ik denk dat ik hier een busje ga huren (lacht).”