Peter Coppens sleutelt als garagist aan de bussen
“In de garage bestaat het grootste deel van ons werk uit nazicht, smeerbeurten en onderhoud. We controleren of er niets versleten is, reinigen luchtfilters, controleren batterijen, verversen olie. Om de 10.000 kilometer komen de bussen bij ons binnen voor onderhoud.
Die onderhoudsmomenten kunnen op voorhand worden ingepland. De herstellingen voeren we tussendoor uit. Voor grote werken moeten de bussen vrijgehouden worden en tussen 9 en 15 uur staan er meestal enkele stil. Dan kunnen we er rustig aan werken.
Ik werk gewoonlijk van 8.40 uur tot 17 uur. Er is ook een vroege shift, van 4 uur ’s morgens tot half één ‘s middags. Da’s handig voor herstellingen. Af en toe rijd ik naar Brussel om iemand te gaan depanneren, maar zelf met de bus rijden? Nee, dat zou niets voor mij zijn. Ik ben graag in de garage. Ik heb hier toffe collega’s en een goede chef. Daarom ben ik hier ook al zo lang.”
Eerste elektrische bussen
“Ik werk al 32 jaar in de Sylvae-garage. Er is in al die tijd veel veranderd, er komt vandaag veel meer computerwerk kijken bij de job: software uitlezen, kijken of er een foutcode weergegeven wordt, enz.
En nu beginnen we hier weer aan een nieuw hoofdstuk, want Sylvae heeft de eerste elektrische bussen aangekocht. Daarvoor moeten we als garagist een apart attest behalen. De hele ploeg is ingeschreven voor een cursus.”
Groene vingers
“Voor de garage zal aan die elektrische bussen waarschijnlijk minder werk zijn. Er zit geen verbrandingsmotor meer in, geen versnellingsbak, geen brandstoftank. Maar er zijn nog meer dan genoeg andere dingen om aan te werken. Naast de onderdelen als de voedingsbatterij, remmen, banden, … zijn er ook nog altijd de interieurs.
Net zoals bij de gewone bussen zullen we nog gescheurde zittingen moeten vervangen, dashboardverlichting herstellen, beschadigde knopjes maken…
Kleine knutselwerkjes vind ik ook in mijn vrije tijd wel leuk om te doen. Maar geen mechaniek hoor, dat doe ik alleen op het werk (lacht). Als ik thuis ben, werk ik graag in de tuin.”