Davy Spinette voert medewerkers van Audi heen en terug naar de fabriek
“Het grootste deel van mijn werk is: de werknemers van de Audi-fabriek naar hun werk brengen. Audi huurt ons in om het woon-werkverkeer van hun medewerkers makkelijker te maken. In de fabriek werken ze in ploegen, dat betekent dat ook ik in ploegen werk. De ene week heb ik ‘de vroege’, de andere week ‘de late’. Dat vroeg opstaan in die ene week is dan ook het énige nadeel aan mijn job (lacht).
Soms rijd ik na die eerste shift ook nog met een schoolbus, maar het kan evengoed zijn dat ik tussendoor een paar uren vrij heb. En die vrije tijd overdag vind ik echt een grote luxe.”
Tijd om te fitnessen
“Wanneer ik een pauze van verschillende uren heb tussen twee shifts, rijd ik met mijn bus naar huis. Voor mij is dat ideaal: ik heb tijd om te fitnessen, te koken of naar de winkel te gaan. En in de namiddag vertrek ik weer naar de fabriek.
Ik ben blij met die flexibele uren: elke dag is anders. Ik rijd ook altijd met dezelfde bus, die ik mee naar huis mag nemen. Dat maakt mijn werk nog comfortabeler. Mijn bus is altijd netjes gewassen en volgetankt, en ik heb altijd mijn eigen ‘attributen’ mee: kampeerstoelen, kussens en lakens.
Zo kan ik ook de momenten dat ik in mijn bus moet wachten aangenaam maken: ’s ochtends vroeg nog een beetje slapen, Netflix kijken of mijn kampeerstoel in de zon zetten en genieten. Er is trouwens veel collegialiteit tussen buschauffeurs. Ik sla dikwijls een babbeltje met de collega’s van andere maatschappijen. Ze komen graag mee in mijn kampeerstoelen een koffietje drinken (lacht).”
Geen stress meer
“Ik ken mijn route intussen vanbuiten. Ik ken elk putje in de baan, bij wijze van spreken. Stress op het werk? Ik kan eerlijk zeggen dat ik daar nooit last van heb. Voor mij voelt met de bus rijden simpelweg niet als werken.
Vroeger werkte ik in de bouw, ik herinner mij nog goed de snijdende kou ’s winters op de werf. Terwijl ik nu comfortabel in mijn bus zit, verwarming aan, koffie bij de hand.
Ik ben ook veel minder vermoeid ’s avonds, terwijl ik vroeger na de uren doodop was. Mijn werk in de bouw nog combineren met fitnessen? Dat was ondenkbaar! Het is de eerste keer dat ik het gevoel heb: deze job kan ik blijven doen.”